Servische gastvrijheid en Montenegrijnse bliksem
Zdravo! Hier gaan we dan, van start met onze reisblog. Wel nog even wennen met dit qwerty klavier waar dan nog niet alle letters correct op vermeld staan, laat staan de leestekens <( maar we doen ons best om leesbaar, ja zelfs te lezen te blijven.
Donderdag werden we met vrijwel letterlijke open armen ontvangen door Dijan, onze Servische gastheer die zijn huisje wou delen met enkele Belgische toeristen. We vonden hem via couchsurfing, de website waar je gastheren of -vrouwen in het buitenland kan vinden. Dijan woont in een buitenwijk van Belgrado, heel mooi gelegen op een helling langs de Donau, in een rustig straatje dat berucht was omdat het de woonplaats was van 3 van de bekendste Servische drugdealers. Altans dat was zijn versie van het verhaal dat misschien wel wat aangedikt werd, net als de lokale versie van de hamburger waar je nauwelijks je kaken rond krijgt, maar wel rond mee bent gegeten voor een appel en een ei. De eerste straatstenen waar we over struinden, waren ouder dan de VS van A, en we zagen dat het goed was. Dijan ontpopte zich tot een 12karaatgastheer, nam ons mee naar een gezellige bar de eerste avond en bekoorde ons met interessante verhalen over zijn geboorteland. Op de koop toe stelde hij ons meteen voor om de volgende dag een uitstap te maken naar een klooster en waterval in Zuid-Servie. (Bij deze excuses voor het jammerlijk ontbreken van mijn tremas en weglatingstekens maar die blijken nu eenmaal geen deel uit te maken van mijn Montenegrijnse toetsenbord.)
Het klooster was schitterend, de weg ernaartoe gelardeerd met stukjes Westeuropees ontwikkelingsniveau -mooie autos, gladde brede wegen, gsms en zelfs files...- maar evenzeer een reis in de tijd. De ezelskarren, ossen en bouwvallige boerderijtjes en dito aanplantingen ontbraken evenmin. Dit was overduidelijk de Balkan. Dijan liet immers ook niet na om op zijn tijd zijn trots en lichte overdrijvingszin op de spits te drijven. De oudste letters ter wereld zouden in Servie gevonden zijn. Babylon was achterhaald. Ach die Joegoslaven. Hoopgevend was weliswaar Dijans openheid tegenover de rest van de wereld, incluis zijn eigen ex-landgenoten. Heel weinig vooroordelen gehoord, het is ooit anders geweest. Zijn dagtaak als beheerder van een lokaal afvalbedrijf getuigde ook van positivisme en wil tot verandering. Maar de weg naar Ivago-niveau bleek in Servie nog lang. Van selecteren in het huishouden bleek in dit deel van Europa nog geen sprake. Containers worden wel -soms handmatig- nageselecteerd en waar mogelijk gerecycleerd, zoniet in landfills gestort (soms met biogas als product) of verbrand.
Minpunt voor Dijan was evenwel het bedroevende salaris in vergelijking tot zijn Oostenrijkse collegas met gelijkaardige functie. De roep naar het buitenland is dan ook groot en verarmt de regio zo nog meer.
Dergelijke verhalen en nog veel meer hoorden we in een schitterend decor naast een waterval die gezien de reeds 3 maanden aanhoudende droogte geminimaliseerd is toteen kabbelend beekje. De forel werd gelukkig nog steeds gekweekt en door ons met veel smaak verorberd. Heerlijk! Afsluitend met een Turkse euh Servische koffie -met gruis- reden we verder tot Dijans geboortestad Nis.
In Nis was het feest. Enkele vrienden van Dijan, een geweldig optreden van de lokale Magnifico en een bezoek aan het oude Ottomaanse stadsdeel maakten ons helemaal tevreden, nogmaals. De geschiedenis van Nis hield ook bezetting door het Nazi-regime in, en we konden dit duistere verleden waarvan lokale concentratiekamp getuigt niet ontkennen. Mijn vakantielectuur is toeval of niet Keerpunten van Ian Kershaw, een historische kanjer ivm WOII.
Gelukkig mag ik dit relaas lezen langs het zwembad van Nis, met de tijd om af en toe een frisse duik te nemen om dit zwaarwichtige boekje van me af te zwemmen.
Eergisteren namen we de bus naar Montenegro, Biogradska Nationalni Parki of zo. De bergen waren nog nooit zo mooi. Vroegtijdige herfstkleuren hier en daar, waar de droogte voor veel tussenzit, bucolische taferelen, bergmeren, vriendelijke schaapsherders en dergelijke meer. De rugzak weegt weliswaar 15kg en dat hebben we geweten. Maar die kgs verminderen gezien die ons vol pension bevat. En elke dag worden de benen sterker, mits voldoende rust en relaxatie voor de benen, rug en andere op de proef gestelde ledematen. Vandaag was een ware beproeving, en die was dubbel. In de vorm van onweer en machine. Het onweer kwam onverwachts, zoals dat meestal gaat. Een bliksemschicht voor en achter ons en we wisten dat we er goed aan deden om ons letterlijke gedeisd te houden, kwestie van geen afleider te vormen, want daar hebben we echt geen zin in. Maar we kwamen er dus heelhuids uit en onze doorslikthee smaakte dubbel zo goed. En de gouden raad van de Duitse regiospecialiste die we in de volgende berghut troffen bleek dus eug goud waard. Ze wist alles van de lokale paden en wegen, die zeker niet slecht worden aangeduid en in combinatie met onze wandelgids The mountains of Montenegro onze leidraad vormen. Maar raad uit de mond van een berggids is net iets meer waard dan die uit het boekje. Daarom zitten ze nu in een internetcafee in Kolasin en vertrekken we morgen richting Durmitor massief, de echte bergklepper van Montenegro.
Zivjeli !
Pieter en Lien